“Heb je er vertrouwen in komende maandag?” vroeg een van de fysiotherapeuten tijdens de cursus Knierevalidatie, waarvoor ik afgelopen weekend door Niels Langens van Progress Educations werd uitgenodigd om mijn verhaal te delen. “Als ik geen vertrouwen had, zou ik maandag niet op de operatietafel liggen,” was mijn antwoord. De korte versie tenminste.

De operatie is inmiddels achter de rug. Natuurlijk voelde ik spanning – sterker nog, ik denk dat ik van alle vier de operaties voor deze het meest zenuwachtig was. Dat komt omdat de uitkomst onzeker is. Alles wat ik zelf kon doen om de randvoorwaarden voor deze revalidatie te optimaliseren, heb ik gedaan… Maandag was het tijd om de controle uit handen te geven aan Jacco en Martijn. Een verslag van een intense dag, 3 november 2025.

Ontspannen

De dagen vooraf voelden als een mengeling van berusting en verzet. Ik wist dat dit nodig was, maar ook dat dit ‘de laatste kans’ zou zijn, hoe zeer ik die term de afgelopen weken ook heb proberen weg te stoppen. Vier operaties in anderhalf jaar tijd. Het móet nu goed gaan. Niet alleen de operatie zelf, vooral de periode erna. De lat ligt hoog.

We reden een dag eerder naar Utrecht om stress te vermijden. Een hotel met zwembad en sauna moest zorgen voor ontspanning, maar slapen lukte nauwelijks. Twee uur, hooguit. Mijn hoofd bleef malen. Ik ben iemand die graag grip houdt, maar een operatie dwingt je tot overgave. Wat gaat Jacco aantreffen? Heeft hij een oplossing voor mijn probleem? Gaat die pijnlijke knoep weg? Hoe gaat mijn knie reageren? En – de gedachte die ik probeerde te verbannen maar toch steeds terugkwam – wat als het niet goedkomt? Hoe staat het er dan voor? Voetbal is nog altijd het einddoel, maar op korte termijn wil ik vooral weer normaal kunnen functioneren.

Op naar FlexClinics

Na een frisse douche en het pakken van de spullen stelden wij de navigatie in naar FlexClinics, 10 minuten verderop. Mijn telefoon stroomde vol met berichten met succeswensen en kaarsjes die gebrand werden. Iedereen die zich op welke manier dan ook betrokken voelt bij mijn traject – van familie en vrienden tot lotgenoten, fysio’s en medisch specialisten – leeft mee, voelt de urgentie van deze ingreep en gunt mij een positieve uitkomst. Via deze weg een groot woord van dank voor alle berichten die ik heb mogen ontvangen. Hartverwarmend.

Om 7.45 uur kwamen we aan bij FlexClinics. Even diep ademhalen. Let’s do this. Met mijn rugzak op mijn rug en de krukken in de hand liep ik naar binnen. Na enkele minuten wachten werd ik al opgehaald door een vriendelijke verpleegkundige, die mij opnam en alle uitleg gaf. Ze kende mijn gezicht nog van de vorige keer. Ik kleedde me om en nam plaats in bed. Scherp en gefocust.


Holding

Na een tijd wachten werd er gebeld met het nieuws dat ik naar boven mocht komen. Daar werd ik ontvangen door Hein en Natalie, dezelfde verpleegkundigen die ik in mei ook aan mijn bed had. “Huh, was het de bedoeling dat je nog een keer zou komen?”, vroeg Hein verbaasd. Dat was natuurlijk niet zo. Hij wierp een blik in mijn dossier om te zien wat er al achter me ligt en kwam daarna een praatje maken. Het bracht afleiding.

Nadat de anesthesist nog even langskwam, kwam ook Jacco de holding op gelopen. Fijn om hem te zien. Hij gaf me een stevige hand, ging op de rand van mijn bed zitten, vroeg hoe het met me ging en of ik er klaar voor was. Hij herhaalde nog eens wat hij allemaal zou gaan doen. “En als je onder narcose bent testen we je kruisband ook, dan ben je….” – Hij kon zijn zin nog niet afmaken of ik zei: “Ey, ik ga niet onder narcose, hè!” We lachten. Dat wist hij natuurlijk zelf ook.

De laatste voorbereidingen werden getroffen en ik werd naar OK #4 gereden. Road to recovery #4 kon starten. Symbolisch.

Ruggenprik

Mijn minst favoriete onderdeel van de operatie: de ruggenprik. Vorige keer werkte de ruggenprik traag in, dus ik was erop ingesteld dat dit nu ook zou kunnen gebeuren. Dit keer gebeurde er vrij weinig na het inspuiten van de verdoving. Zoals het OK-personeel zei: “Er zit nog veel te veel muziek in je benen.” Ik kon ze optillen en Jacco checkte tig keer of ik nog kou voelde. Dat was zo. “You’re kidding me”, grapte Jacco. Het geduld van iedereen werd op de proef gesteld. Het lange wachten leverde geen resultaat op. Echt, er kan nooit iets normaal gaan.

“Nou, maar ik ga echt niet slapen, hoor”, zei ik. Jacco wilde dat ook het liefst voorkomen: “Ik wil eigenlijk héél graag dat Cindy meekijkt”, zei hij tegen de anesthesist. Dat was precies wat ik nodig had. Hij wist hem te overtuigen om nog wat verdovingsvloeistof bij te spuiten. Dat ging niet van een leien dakje, maar uiteindelijk lukte het. Deze verdoving leek sneller te werken. Mijn benen werden zwaarder. De voorbereidingen voor de operatie werden gestart. We konden beginnen.

In de knie

Het aanprikken van de huid om de portal te maken voelde scherp. De anesthesiemedewerker die aan mijn hoofdeinde zat zag mijn gezicht vertrekken en stelde me gerust. Ik was bang en hield me groot. Waar ik de vorige operatie nog ontspannen op het scherm heb kunnen volgen, heb ik nu vaak op mijn tanden gebeten. Steeds als de shaver of de Apollo (instrument voor radiofrequente ablatie) in beeld kwam, zette ik me schrap. Het zorgde ervoor dat ik niet steeds optimaal kon focussen op waar Jacco mee bezig was. Ik heb er niks van gezegd, omdat ik zó graag wilde zien wat zich afspeelde in die knie.

Jacco had genoeg werk aan de winkel. Op diverse plekken werd uitgebreid littekenweefsel verwijderd. Ventraal, suprapatellair en waar het vetlichaam van Hoffa eerst was bedekt met een grote witte plaat littekenweefsel, werd deze na ingrijpen van Jacco weer zichtbaar als een gelige spons. Satisfying, zo’n grote opruiming. 

Littekenweefsel Hoffa

Tussendoor hoorde ik Jacco regelmatig overleggen met Martijn, die over zijn schouder meekeek. “Zou jij dit ook zo doen? Heb ik nog iets gemist? Nog even via deze hoek kijken? Check even de spanning van de kruisband.” Teamwork ten top.

De femorale notch, waar Jacco in mei een uitgebreide notchplastiek heeft gedaan, was weer smaller geworden door botaangroei. Hij heeft daarom opnieuw een notchplastiek uitgevoerd, om ruimte te maken voor de kruisband.

Het kraakbeen van het laterale tibiaplateau heeft schade, meer dan de gebruikerssporen die op andere plekken in mijn knie werden gezien. Er zitten meerdere scheurtjes met focale delaminatie (loslating). Jacco vermoedt dat mijn laterale klachten daar vandaan komen. Mijn meniscus is verder namelijk in orde (gelukkig!). Hij heeft het kraakbeen een klein beetje bijgewerkt, maar kraakbeen is kraakbeen – wat stuk is, komt niet meer terug. Gelukkig zei hij dat het niet limiterend hoeft te zijn voor return to sports. Het hoeft mijn zo gehoopte terugkeer op het voetbalveld dus niet per se te belemmeren.

Als laatste werd via een klein sneetje de endobutton uit mijn tibia verwijderd. Zijn we daar ook van verlost. Ik kreeg ‘m mee naar huis als aandenken. Een klein bewijsstuk dat we weer een stap verder zijn in dit traject.

Toen alles klaar was, vroeg Jacco aan mij wat rechtop te komen en liet hij mij de hyperextensie zien die werd gehaald. Na de vorige operatie werd ik laaiend enthousiast, nu wist ik het te temperen. “Yes, ik zie het”, zei ik tegen Jacco, “maar het moet over een tijdje óók nog zo zijn, hè.” Dat beaamde hij. Jacco heeft in ieder geval alles uit de kast gehaald om mijn knie weer vrij te maken. Hij adviseerde wel om de komende tijd ’s nachts de extensiespalk weer te gaan dragen, net als na de vorige operatie.

Voordat ik terug in mijn eigen bed werd gelegd kreeg ik een kaartje van OrthoCareClinics met op de achterzijde de namen van iedereen die bij mijn operatie betrokken was. Over patiëntbeleving gesproken: dit zijn de kleine dingen die het verschil maken. Dat doen ze goed.

Anyway, de operatie was noodzakelijk, dat is overduidelijk. Mijn gevoel dat mijn knie niet in orde was heeft me weer niet in de steek gelaten. Zoals dit het hele traject al zo is geweest. Soms begin je aan jezelf te twijfelen, dus het was goed om die bevestiging op beeld te zien. Ik blijf het bizar vinden hoe snel mijn knie reageert. In een paar maanden tijd is er weer zoveel gebeurd van binnen. Het is een bevestiging dat ik een extreem reactieve knie heb, eentje die nu met kleine stappen, gedoseerd en met veel beleid opgebouwd moet worden.

Recovery

Eenmaal terug op de recovery werden de reguliere controles gedaan, die allemaal in orde waren. Hein had met me te doen en wilde het me zo comfortabel mogelijk maken. Wat een groot zorghart heeft hij. Nog zonder het te vragen kwam hij met de warme luchtslang aan om het aangenaam warm te maken onder de dekens. Ik smulde van een waterijsje en kletste wat met hem, toen de anesthesist aan mijn bed verscheen. Het zat hem niet lekker en hij begreep dat ik de moeizame verdoving als onprettig heb ervaren. Dat hij zelf reflecteerde en zich hardop afvroeg of hij dingen anders had kunnen doen, waardeer ik. Dat zegt iets over hem als professional én als mens. We schudden elkaar de hand en hij wenste me een goed herstel toe. Vlot daarna mocht ik terug naar de afdeling.

Naar huis

Terug op de afdeling heb ik een broodje gegeten en was het wachten tot het gevoel weer helemaal terug was. Dat duurde niet lang. Pijn had ik niet veel. Er was een lokale verdoving achtergelaten in mijn knie en Hein had me op de recovery een intramusculaire injectie Dipidolor gegeven. Zodat ik de lange autorit terug naar huis goed zou kunnen overbruggen. Met wat hulp kleedde ik me om, bezocht het toilet en kreeg ik groen licht om huiswaarts te keren. De autorit ging voortvarend en binnen anderhalf uur waren we thuis, waar ik direct op de bank plofte.

Reflectie

Terugkijkend op de dag voel ik dankbaarheid en vermoeidheid tegelijk. Dankbaarheid richting Jacco en Martijn, voor hun geduld, vakmanschap, menselijkheid en een nieuwe kans. Ook richting Eric, mijn fysio, die al het hele traject achter me staat en nauw betrokken is.

Vermoeidheid, omdat het mentaal gewoon veel is. De ruggenprik die niet optimaal was, het lange wachten, de bevindingen tijdens de operatie zelf, alle spanning en de wetenschap dat ik weer een lange weg te gaan heb. Ook de onzekerheid of het er over een aantal weken nog net zo rooskleurig uitziet als nu. De komende periode gaat het echte resultaat bepalen. Ik probeer het dag voor dag te bekijken. Alles wat gedaan kon worden, is gedaan. Het is nu aan mijn lijf. 

Gisterochtend ben ik voor het eerst weer bij Eric geweest. Ik vroeg me af wat ik er te zoeken had, maar het was toch fijn. We praatten na over de operatiedag en hij mobiliseerde voorzichtig. Het stemde hem tevreden om te zien dat mijn knie weer in extensie komt en dat ik direct weer controle heb over mijn quadriceps. De komende periode gaan we binnen de grenzen van wat mijn knie aankan werken aan mobiliteit, en daarbij zo min mogelijk reactie uitlokken. Niet pushen dus. De krukken blijven er in de komende periode bij, op weg naar een dynamisch looppatroon. In mijn volgende blog zal ik dieper ingaan op de eerste dagen na de operatie. 

Voor nu sluit ik af met hetzelfde woord waarmee ik de operatie in ging: vertrouwen. Want zonder dat, zou ik nooit opnieuw op die operatietafel zijn gaan liggen. Ik durf te geloven in een uitkomst die ik nu nog niet kan zien en zal er alles aan doen (en zonodig laten) om mijn doel te bereiken. Er is weer perspectief.